Op maandag 18 mei gingen de deuren van de Oostendse scholen opnieuw open. Lessen organiseren in een school met afgebakende ruimtes, afstandsregels, ontsmettingsprotocollen én tegelijk zorgen voor een noodopvang, blijkt evenwel niet evident. Daarom ontwikkelde Stad Oostende een noodopvangplan. Zo kunnen de scholen zich zo veel mogelijk op hun kerntaak richten.

Sinds het begin van de lockdown staat Stad Oostende in nauw overleg met de coördinerende directies van de verschillende Oostendse scholen. Vorige week was de eerste week dat kinderen uit een aantal leerjaren opnieuw naar school konden om les te volgen. Ook heel wat ouders gingen in die week terug aan de slag. De vraag naar noodopvang voor de kinderen is hierdoor sterk toegenomen.

Daarom hebben de diensten Onderwijs en Buitenschoolse kinderopvang van Stad Oostende samen een noodopvangplan voor de Oostendse scholen gemaakt. In eerste instantie werd bij de scholen bevraagd aan welke criteria kwaliteitsvolle opvang voor hen moet voldoen. Daarna werd alles in het werk gesteld om een plan op maat te realiseren. Vandaag ligt het kleuteropvangplan al klaar.

Maatwerk voor elk kind

De buitenschoolse kinderopvang zorgt al sinds het begin van de coronacrisis voor de opvang van kinderen van mensen die werken in de essentiële sectoren (zorg, veiligheid,...), maar ook voor kinderen uit kwetsbare gezinnen. Daarnaast blijft de reguliere voor- en naschoolse opvang voor alle kinderen uit het basisonderwijs bestaan. “Sinds vorige week is er nu ook een nieuw draaiboek om in bijkomende dagopvang van kleuters te voorzien en zo bij te springen voor de scholen”, aldus schepen voor Kinderopvang Silke Beirens

Door de focus te leggen op de kleuters, bundelen we de krachten en zetten we ook in op de sterktes van alle partners. De buitenschoolse kinderopvang zet in op kwalitatieve dagbesteding voor jonge kinderen en de scholen leggen in hun noodopvang de klemtoon op pre-teaching bij lagere schoolkinderen. Schepen van Onderwijs Waldmann: “Op die manier helpen we scholen om hun leraren gericht in te schakelen en kinderen op maat te ondersteunen.”

Bijkomende infrastructuur

De opvang wordt volgens alle geldende richtlijnen georganiseerd. In de voor- en naschoolse opvang worden de ‘kleuterbubbels’ zoveel als mogelijk gegarandeerd, zodat het aantal contacten per kind beperkt blijft. Het plan kan in werking treden zodra de vraag van ouders de mogelijkheden in de scholen overtreft. “Eerder werd door Stad Oostende ook al bijkomende infrastructuur aangeboden aan scholen met beperkte oppervlakte qua gebouwen of op de speelplaats. Buurtpleintjes maar ook stadsgebouwen kunnen dienen als extra ruimte om de nodige afstand te garanderen. Daar bovenop bieden we nu ook dit plan aan. Vandaag is er nog geen vraag vanuit de scholen, maar zodra die er is, kunnen we onmiddellijk starten”, besluiten de schepenen.