Nieuwbouwvleugel WZC Alphonse Lacourt gaat officieel open

Share this:

Nieuw woonzorgcentrum Lacourt is een toonbeeld van eigentijdse en doordachte zorginfrastructuur voor mensen met dementie.

In november verhuisden 79 bewoners naar de nieuwbouwvleugel van woonzorgcentrum Alphonse Lacourt dat nu in totaal zo’n 158 bewoners telt. Met deze nieuwbouwvleugel wil Stad Oostende ook in de toekomst blijven focussen op een kwalitatieve hulp- en dienstverlening voor de bewoners van de woonzorgcentra.

In 2015 werd het licht op groen gezet voor de verbouwing van woonzorgcentrum A. Lacourt.De nieuwe vleugel van het woonzorgcentrum werd aan de kant van de Werkzaamheidstraat/Schelpenstraat gebouwd. In dit gedeelte wonen en leven 79 bewoners op drie verdiepingen.

Een grote uitdaging tijdens de werken bestond erin om de overlast voor de bewoners, bezoekers en medewerkers van het woonzorgcentrum en de buren zo beperkt mogelijk te houden.

De nieuwbouw is erop gericht het functioneren van de bewoners te ondersteunen en het welbevinden en comfort te bevorderen. Daarnaast moet de specifieke inrichting ervoor zorgen dat de nieuwe bewoners zich snel thuisvoelen in hun nieuwe omgeving.

Stad Oostende wil zich de komende tijd extra inzetten als dementievriendelijke stad. Voor de nieuwbouw van A. Lacourt is er daarom vooral aandacht besteed aan het vertalen van het zorg- en  dementiebeleid in de infrastructuur. Hiervoor is er een beroep gedaan op het expertisecentrum dementie. Zij werden uitgenodigd om deel te nemen aan een overlegmoment met de architect.

Daaruit kwamen volgende aandachtspunten naar voor.

·          Maximale bewegingsvrijheid. Dit is een belangrijk onderdeel van de autonomie van de bewoners. Dat houdt in dat de bewoner met dementie vrij kan rondwandelen op de afdeling en in een stukje afgesloten tuin. De afdelingen zijn zo opgebouwd zijn dat de bewoner makkelijk en snel de eigen kamer en leefkamer kan terugvinden.

·          Contact met de buitenruimte wordt bevorderd. Afdelingen die niet gelegen zijn op de gelijkvloersverdieping, hebben een inpandig terras en een balkon aan de leefruimte. Afdelingen op het gelijkvloers beschikken over een afgesloten tuin die toegankelijk is via de leefruimtes.

·          Interactie tussen de bewoners en de medewerkers wordt versterkt. Er is gekozen voor een open leefruimte waarin de keuken en de dienstruimte geïntegreerd worden. Op die manier spenderen de medewerkers en bewoners meer tijd in dezelfde ruimte. De leefgroepwerking wordt hierop afgestemd. De leefruimtes zijn dan ook het ankerpunt van de afdeling.

·          Evenwicht in prikkels. De omgeving van de bewoners is zodanig ingericht dat die voldoende stimulerend is zonder dat de bewoner hierbij overladen wordt met prikkels. We spreken hier over voldoende licht, akoestische kwaliteit door gebruik van geluidsabsorberende materialen, weinig kruispunten in de gang, voldoende rustpunten en de aanwezigheid van reminiscentiemateriaal.

·          Toepassing van nieuwe technologieën waaronder dwaaldetectie en digitale mobiele zorgdossiers.

Medewerkers kregen trouwens mede-inspraak bij het inrichten van de nieuwbouw. Op die manier wordt er niet enkel een aangename woonomgeving voor de bewoners gecreëerd, maar ook een aangename werkplaats voor de medewerkers.

Voor de bezoekers heeft de nieuwbouw ook wat te bieden. De volledig nieuwe en grotere cafetaria werd al in september 2018 in gebruik genomen. Daarnaast werd over de volledige nieuwbouw een lichtkoker gemaakt met balkon waar bezoekers met de bewoners kunnen vertoeven.

 

Naast de vernieuwing van de infrastructuur, wordt er ook werk gemaakt van de vernieuwing van het zorgaanbod. Zo worden het aantal kamers voor bewoners met dementie uitgebreid. Op drie afdelingen verblijven bewoners met dementie. Op één afdeling wordt zorg aangeboden aan bewoners met een lichamelijke zorgnood. Nieuw op die afdeling is het zorgaanbod palliatief kortverblijf waar senioren met een volledig palliatief statuut (tijdelijk) kunnen verblijven. De medewerkers die op deze afdeling werken hebben een speciaal opleidingstraject gevolgd en er is een nauwe samenwerking met de referentieverpleegkundige palliatieve zorg.